Een apart slag volk: Tukkers
Iedereen die wel eens in het oosten van Overijssel is geweest, heeft het kunnen ervaren: in Twente woont een apart slag volk. Niet dat de Tukkers zich ook maar iets van die typering aantrekken: ze zijn er juist trots op. Eigenzinnig, trots en soms wat tegendraads. Nuchtere gasten met droge humor. Een beetje stug maar altijd gastvrij. Dat bedoelen we: best apart toch?
Doe maar normaal
Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg. Het is de lijfspreuk van de Tukker. Een echte Tukker houdt het waarschijnlijk bij ‘Doe normoal’, want een man m/v van veel woorden is hij niet. En als de Tukker iets zegt, doet hij dat in zijn eigen dialect: het Twents. Stamp er voor vertrek naar Twente een paar woordjes Nedersaksisch in en je zit gebeiteld. Tukkers zijn namelijk onmeunig trots op hun taal en cultuur.
Lekker traditioneel
Nog iets waar Tukkers trots op zijn: hun tradities. En daar mogen ook niet-Tukkers van meegenieten. Zo gastvrij zijn ze wel. Daarom staan er rond Pasen zoveel files in Twente. Want de Tukkers mogen nog zo nuchter zijn, ze geloven nog steeds in boze geesten. Nou ja, in ieder geval zijn ze gek op fikkie stoken. Net als al die mensen in de file. Om de ‘boze geesten’ te verdrijven worden grote bulten afvalhout verzameld en rond Pasen in brand gestoken. Dat het rond dit enorme ‘haardvuur’ ook nog een gezellig dorpsgebeuren is waar mensen van buiten welkom bij zijn, is mooi meegenomen.
Door de maag
Nog voordat het hip&happening was om te eten ‘as locals do’, waren Tukkers al gek op hun eigen streekgerechten. Niet zo verwonderlijk, je kan je kont niet keren of je loopt in Twente tegen een boerderij aan. En daar produceren ze van allerlei lekkers. De boeren zijn retetrots op hun kaas, fruit, wijn en fruit. Niets menselijks is Tukkers vreemd, dus ook bij hen gaat de liefde door de maag. Bestel dus vooral een broodje met een Twentse twist of doe je inkopen op een van de boerenmarkten. Dan zal het je ‘good goan’.