Interview met paasvuurbouwer Marc Oostenenk
Espelo in vuur en vlam
- Leestijd 4 min
- Gelezen 33 keer
In de aflevering van de podcast ‘In de trein…tussen Zutphen en Oldenzaal’ wordt gesproken met Marc Oostenenk van de Espelose Boakebouwers. Hij weet als geen ander wat er komt kijken bij het bouwen van een paasvuur – of beter gezegd: dé Poasboake. In dit interview vertelt hij over de Twentse traditie die niet alleen in het Guinness Book of Records staat, maar vooral bekend staat om de gemeenschapszin en het vakmanschap. “Zonder buurtschap heb je niets,” aldus Marc. Een gesprek over traditie, teamwork en waarom je na het bouwen vooral samen een biertje moet drinken.

Wat is er zo bijzonder aan jullie paasvuur?
“We hebben binnen Rijssen/Holten een competitie met 4 andere buurtschappen wie het mooiste paasvuur bouwt. Het is ons twee jaar geleden gelukt, vorig jaar helaas niet, maar dit jaar gaan we weer een poging doen. Een wereldrecord gaat niet meer lukken, dat is ook gekkenwerk. als je ziet wat die jongens toen allemaal hebben opgegeven; sommigen hebben zelfs hun baan opgezegd om twee maanden volop te bouwen. Dat doe je niet meer zomaar. Sinds een paar jaar maken we daarom de mooiste poasboake en niet meer de grootste; weer een nieuwe uitdaging.”
Hoe maak je een mooi paasvuur?
“Een poasboake moet symmetrisch zijn, iets naar binnen lopen en recht zijn op alle kanten en bij de bolling. Een mooi paasvuur is groen met verschillende soorten hout. En de fijnheid is belangrijk: hoe fijner de takjes, hoe strakker en mooier de afwerking is. We beginnen dus met snoeihout, veel snoeihout. Eerst brengen we troephout machinaal naar boven en gooien dit op een bult en proberen we hem zo rond mogelijk te maken. Dan komen de steigers ervoor en slepen we twee weken lang de takken naar boven, tak voor tak en met de hand. De laatste dagen voor Pasen, Goede vrijdag en Stille zaterdag, maken we hem mooi groen met dennenhout van de Holterberg. Allemaal snoeihout van particulieren en wat wij zelf verzamelen in de loop naar Pasen toe. Tot aan Pasen is het dus elk weekend volle bak. Dat is een heel werk, maar dat doen we met veel mensen, zonder buurtschap heb je niets. We doen het echt met elkaar. En na die tijd gaan we een biertje drinken, want we zijn allemaal vrijwilligers dus dat moet je ook belonen.”
Dat klinkt als iets heel gemeenschappelijks
“Ja, dat is het ook en dat is ook belangrijk voor kleine buurtschappen. In Espelo is geen basisschool meer en het paasvuur is het enige dat de jeugd nog echt bij elkaar brengt en houdt. Rond december beginnen we al met het verzamelen van hout en doen we daarvoor een oproep in de buurt op. Het bouwen van een poasboake brengt echt iedereen bij elkaar. Het maakt het zo bijzonder omdat het voor iedereen toegankelijk is.”
Dan is het Pasen en dan wordt de poasboake aangestoken?
“Op Eerste paasdag gaat om acht uur de fik erin… als het goed is heel hard. We hebben er live muziek bij en na die tijd gaan we met zijn allen de tent in om te feesten. De hele buurt loopt dan leeg en dan komen er wel 2000 tot 4000 man. Het is wel een serieus evenement, ja. Dit jaar komt DJ Paul Elstak en dat wordt weer een goedlopend feest!”

Maar wat is er dan zo leuk aan een poasboake?
“Die vraag krijg ik wel vaker, maar dat is moeilijk uit te leggen. Je bent met elkaar, je maakt het met elkaar, je hebt een doel met elkaar, je bent met oud en jong, wie of wat is niet belangrijk maar je doet iets met elkaar en dat is voor de saamhorigheid superleuk. Voor de rest is het gekkenwerk want je bouwt een paasvuur en je steekt het in de fik, maar anderen maken een carnavalswagen en daar gaan ze een weekend mee door de straten en dan breken ze hem weer af. Wij hebben zo onze eigen ‘gekke’ hobby.”