Een moment met
Cabaretier Thijs Kemperink: “Een mooi gesprek heeft alles in zich”.
- Leestijd 6 min
- Gelezen 4364 keer
“Wanneer ben je gelukkig, wordt me weleens gevraagd. Nou, aan de bar, met een glas bier en in een goed gesprek. Want een mooi gesprek heeft alles in zich. Humor, het kan ook heel serieus worden, over de pijnlijke zaken van het leven gaan. Maar in de bar is het al snel van ‘dat is geweest, nu weer wat leuks’. Dat past wel bij mij. Zo ga ik een beetje door het leven.”
Voor een ontmoeting met cabaretier Thijs Kemperink is afgesproken in Café Morshuis in Albergen. Zijn stamkroeg. “Ik kom hier helaas steeds minder. In alles wat ik doe leg ik al mijn passie. Dat geldt ook voor deze kroeg. Dit is hoe een kroeg moet zijn. Oud, bruin, heel veel speciaal bier en gewoon gezellige gesprekken aan de bar.”
Terug naar het oude nest
De shows van Thijs hebben de sfeer van die gesprekken aan de bar. “Ik vertel over wat ik meemaak... Het gaat erover dat ik mijn ouderlijk huis, zelf gebouwd door mijn vader, heb gekocht. Eigenlijk wilden mijn ouders pas over een lange tijd kleiner gaan wonen totdat ze hier in Albergen het plekje zagen waar ze graag oud willen worden. Toen ik uit huis ging heb ik al gezegd dat ik terug zou komen. Hier wilde ik met mijn vrouw mijn kinderen grootbrengen. En daar gaat mijn show nu over. Teruggaan naar het oude nest.” Thijs woont er inmiddels twee jaar. “De buurmeisjes en buurjongens waarmee ik opgroeide zijn weg. Ik zit nu tussen de generatie van mijn ouders. In mijn show vraag ik me af of ik hier wel echt mijn kinderen moet grootbrengen. Een rode draad is dat teveel mensen zwart-wit denken en te snel oordelen zonder de tijd te nemen echt interesse in elkaar te tonen. Het nieuws en de politiek komen in mijn shows niet aan de orde. Ik vertel een heel persoonlijk verhaal. Ik noem het vertellend cabaret. En het is een afgerond geheel. Net een boek of een film.”
Stand-up comedy
Thijs doorliep probleemloos de Mavo en de MMO. “Muziek was en is heel belangrijk voor me. Ik drumde dag en nacht. Mijn leraren vonden dat ik de Havo moest doen, want dan kon ik naar het conservatorium. Dat zag ik niet zitten. Want als je daarna niet als muzikant aan de bak komt eindig je zomaar als leraar. Ik zag meer in het ondernemerschap en heb op de MMO in drie jaar de opleiding internationale groothandel gedaan. Daarna kon ik direct beginnen bij Voskamp in Almelo. Eerst in het magazijn, later aan de balie en uiteindelijk in de verkoop.” Thijs was in die tijd al erg geïnteresseerd in cabaret en was bij de carnaval in Albergen op het podium begonnen een typetje neer te zetten. “Maar dat waren maar twee weekenden per jaar. Ik wilde meer. Ik wilde als Thijs Kemperink het podium op.” Zijn grote voorbeeld Andre Manuel adviseerde Thijs om naar Amsterdam te gaan. Naar de stand-up comedy clubs. “Daar kun je gewoon kijken of je grappig bent. En als dat bevalt kun je kijken wat voor weg je kiest”, zo zei hij. Dat advies volgde Thijs op. “Als je voor het eerst zo’n podium opklimt voor een optreden van zes tot acht minuten denk je wel ‘waar ben ik in vredesnaam aan begonnen’. Maar het tweede optreden was raak. Mensen moesten heel hard lachen, en echt niet alleen om mijn accent.”
Gaaf verhaal
Bij een optreden voor het Comedy Café in ontmoette Thijs zijn huidige impresario Peter Mense. “Hij vroeg me of ik in een half jaar tijd een soloprogramma klaar kon hebben. Inmiddels ben ik aan mijn derde programma bezig. Zo af en toe doe ik nog wel stand-up comedy, gewoon om scherp te blijven, om nieuwe grappen uit te proberen. Maar voor het cabaret bundel ik geen losse grappen meer. Mijn programma moet altijd een afgerond geheel zijn. Mensen moeten gaan zitten en uit de dagelijkse sleur gehaald worden. Als ze dan naar buiten komen en zeggen ‘goh, wat een gaaf verhaal’, dan is mijn avond geslaagd.”
Ik ga terug naar de plek waar ik ben opgegroeid om daar mijn kinderen groot te brengen.
Gitaarles
Muziek is belangrijk voor Thijs. Speelt die liefde voor muziek ook een rol in zijn shows? Ik heb weleens gedrumd, dat doe ik nu niet. Ik zou in een volgende show wel een liedje willen brengen en mezelf daarbij op de gitaar willen begeleiden. Maar ik weet niet of dat lukt. Ik kan geen gitaar spelen. Ik heb bij de Zwarte Cross een van de mannen van de Heino’s ontmoet. Die gaat me leren gitaar spelen. Ik hoef echt niet de beste gitarist te worden, maar ik zou mezelf graag willen kunnen begeleiden. Maar je kunt ook als je een hele mooie tekst hebt, die brengen in dichtvorm en daar mooie muziek onder zetten. En in mijn huidige show had ik de bedoeling om een lied te brengen voor mijn vrouw. We hebben een heel lang traject meegemaakt om zwanger te worden. Dat is de tweede rode draad van mijn show. Ik ga terug naar de plek waar ik ben opgegroeid om daar mijn kinderen groot te brengen, maar lukt het eigenlijk wel om een kind te krijgen? Maar het verhaal eindigde zo mooi dat ik volgens mijn regisseur niets meer aan de show moest doen. Dus die gitaarles is voor de volgende show.” Het kindje, een dochtertje Zara, is inmiddels geboren, ten tijde van het interview zeven weken geleden.
Elastiek
Inmiddels komt Thijs met zijn shows door het hele land. “Veel mensen denken dat ik alleen maar speel in een straal van 50 kilometer van mijn huis. Ze vragen zich af hoe mijn Twentse humor werkt in de rest van het land. En dat is raar. Ik zeg dan ‘luister naar Theo Maassen, die is Brabander, denk je dat die alleen maar in Brabant speelt? Tukkerhumor is hele droge humor. Maar dat is veel Engelse humor ook.” Thijs krijgt vaak te horen dat hij naar Amsterdam moet komen, want daar zijn de comedyclubs, de theaters. Maar Thijs heeft goed geluisterd naar Andre Manuel die zei; ‘Nee, wij zijn jongens van het dorp. Wij kunnen daar niet wonen. We komen er graag maar er zit een soort elastiek aan ons. Dat heeft voldoende rek om een leuk optreden te doen en mooie mensen te ontmoeten, maar daarna schiet je gewoon weer terug en komt er een glimlach op je gezicht als je je eigen plaatsnaam ziet.” En dat klopt. Als ik terugrijdt en de skyline van Deventer zie word ik al blij. En dan kom je thuis en ligt iedereen in bed, behalve de hond. Die staat voor het raam. Dat is een van de mooiste momenten van een avondje spelen.”