Een moment met
Johanna ter Steege: "Als ik in Twente kom dan voelt het als mijn thuis!"
- Leestijd 10 min
- Gelezen 5146 keer
Film- en theateractrice Johanna ter Steege mag met recht een ambassadeur voor Twente genoemd worden. De succesvolle speelfilm De Beentjes van Sint Hildegard trok zowel in de bioscoop als op tv een groot aantal kijkers en voor het theaterspektakel Hanna van Hendrik kwamen busladingen vol bezoekers naar Twente.
Fotografie: Rikkert Harink
Dit voorjaar ontvangt Johanna, de Johanna van Buren Cultuurprijs. Eens in de drie jaar wordt deze prijs uitgereikt aan iemand die zich bijzonder heeft ingezet voor de cultuur en taal van Oost-Nederland. Vorig jaar ontving ze De Zilveren Haring, een prijs vanuit het Twentse bedrijfsleven voor haar bijdrage aan de profilering van Twente binnen en buiten de regio. En het is nog niet klaar: eind mei komt Twente op film uit én Johanna is bezig met een nieuwe theaterproductie die in 2023 gaat spelen!
Als ik in Twente kom dan voelt het als mijn thuis!
Twente op film
“De film gaat over de geschiedenis van Twente in de afgelopen honderd jaar, van 1915 tot 2015. Wat maakt Twente tot Twente? Welke veranderingen hebben in de laatste eeuw plaatsgevonden? We laten zien hoe Twente zich heeft ontwikkeld, wat er allemaal is gebeurd, wat er is veranderd, wat typisch is aan Twente. Denk aan tradities als het Vlöggeln, klootschieten, Palmpasen, motorcrossen of de revues. Wat me opvalt is dat de Twentenaren altijd wel iets verzinnen om bij elkaar te komen en een feestje te vieren! We maken gebruik van historische beelden van het Polygoonjournaal en uit het filmarchief, maar ook van origineel filmmateriaal van de Twentenaren zelf. Op die manier maak je dat iedereen zich erbij betrokken voelt en wordt de film ook intiemer. Gisteren heb ik bijvoorbeeld een privéfilmpje gezien van iemand die het hele boerenleven had gefilmd, het ouderwetse melken van de koeien, het gras inkuilen. Dat was zo liefdevol gefilmd. Het wordt een documentaire van anderhalf uur voor in de bioscoop, dus we moeten ook heel selectief zijn. Het eerste bewegende filmpje is van de Palthe fabriek in Almelo en dateert uit 1915.
Johanna maakt Twente op film samen met historicus en filmmaker Erik Willems, bekend van onder andere Andere Tijden, Andere Tijden Sport en de laatste jaren de serie Nederland op film. Waarom was het belangrijk dat deze film er kwam? “Als je de toekomst wilt begrijpen, moet je ook je geschiedenis kennen. Daarom vind ik het belangrijk het verhaal van Twente in beeld te brengen. Allereerst voor de jongeren, die een toekomst hebben. We gaan ook samenwerken met studenten van het conservatorium, die gaan muziek maken voor onder de beelden, veel beelden van vroeger zijn namelijk zonder geluid. Mensen van middelbare leeftijd zullen veel herkennen. Ouderen zullen vooral terugblikken. We willen laten zien wat er allemaal veranderd is, wat er was en wat er voor in de plaats is gekomen. De beelden vertellen ons over de textielindustrie, stad en platteland, sport en het gewone leven met al z’n hoogte- en dieptepunten. We maken ook gebruik van teksten en de taal uit die tijd, bijvoorbeeld een fragment uit 1930 waar we geen tekst bij hebben, dan gaan we in kranten zoeken of we gebruiken oude dagboekfragmenten, zodat we ook in taal terug gaan in de tijd. Het wordt een prachtig document!
Twentenaren zijn ontzettend ondernemend. Ze vechten zich overal bovenuit en gaan stug door. Zo was er de teloorgang van de textielindustrie en vervolgens wordt de Universiteit Twent heel belangrijk.
Spaghettirellen
Ik ben zelf erg gehecht aan één fragment. In 1961 had je in Twente de spaghettirellen. De Italianen kwamen als arbeidsmigranten werken in Twente en kregen ruzie met de nozems, want alle meisjes werden verliefd op die knappe Italianen, die ook nog eens heel goed konden dansen. De politie moest er aan te pas komen. In het fragment roepen de Italianen: ‘Wij willen naar huis, de nozems slaan ons’ en de bazin van het café in Almelo zegt: ‘Ik vind toch echt dat ze die jongens gewoon moeten laten lopen hier, die Italianen, dat moet toch gewoon kunnen. Als wij naar Italië gaan willen we daar ook gewoon kunnen lopen’. Het fragment is zo simpel, maar weet zo helder weer te geven waar het in de basis over gaat: accepteer en respecteer elkaar.
Welk algemeen beeld er van de Twentenaren in de film naar voren komt? “Twentenaren zijn ontzettend ondernemend. Ze vechten zich overal bovenuit en gaan stug door. Zo was er de teloorgang van de textielindustrie en vervolgens wordt de Universiteit Twente heel belangrijk. Twente is ook heel divers. Er zijn heel veel verschillende culturen en iedereen leeft naast elkaar. Het is een heel dynamisch, veerkrachtig en kleurrijk gebied. De film komt eind mei uit en zal eerst in de Twentse bioscopen gaan draaien. Daarna wordt hij door RTV Oost uitgezonden en dan bij Omroep Max. Uiteindelijk hoop ik dat de film een eigen leven kan gaan leiden en bijvoorbeeld ook in bejaardentehuizen getoond kan worden.
Hanna van Hendrik komt terug
Het succesvolle locatie theaterstuk Hanna van Hendrik gaat komende zomer in reprise en wordt opnieuw gespeeld op Vliegveld Twente. De cast zal nagenoeg hetzelfde zijn en ook de band Her Majesty doet weer mee. “We komen terug omdat er zo’n grote vraag is, zoveel mensen willen de voorstelling graag zien of nog een keer zien. Toen we stopten hadden we tienduizend mensen op de wachtlijst staan en dat waren er nog duizenden meer geweest als ik niet op tv had gezegd dat het geen zin meer had om je aan te melden. Het verhaal is ook nog steeds heel actueel. Na Hanna van Hendrik zijn voor het eerst weer de boerenprotesten begonnen. Het stuk is niet veroordelend. Het laat gewone, hardwerkende mensen zien en de problemen waar het boerenbedrijf mee worstelt.
Nieuwe voorstelling
Na Hanna van Hendrik hebben Johanna en haar ‘gouden team’ de smaak te pakken en zijn ze bezig met een nieuwe voorstelling, ook weer in samenwerking met de lokale gemeenschap en met Vliegveld Twente als speellocatie. “We wilden iets maken dat met de oorlog te maken heeft en zochten naar het juiste verhaal. Toen kwamen we uit bij de April-meistakingen in 1943, die ongelooflijk belangrijk zijn geweest, maar waar maar heel weinig mensen van weten. Aanleiding voor de stakingen was dat Nederlandse oud-militairen zich moesten melden voor de Arbeitseinsatz. Omdat Duitsland grote verliezen leed aan het oostfront moesten Nederlandse mannen in de fabrieken in Duitsland gaan werken, het ging om 300.000 mannen.
Het theaterstuk krijgt twee verhaallijnen die parallel aan elkaar lopen. Eén verhaal speelt zich af in het hier en nu. Het andere verhaal speelt tijdens de April-meistaking in 1943. “De staking ontstond bij Machinefabriek Stork In Hengelo en heeft zich in drie dagen tijd over een groot deel van Nederland uitgespreid. In het Noorden is het de Melkstaking geworden, in het zuiden de Mijnstaking. Femy Hoogenboom-Efftink, receptionist bij Stork in Hengelo, belde op 29 april 1943 alle bedrijven die zij kende met het verzoek om mee te doen: ‘Stork staakt, staakt u mee?’ Het werd de grootste uiting van massaal volksverzet, 200.000 Nederlanders legden het werk neer. De Duitsers reageerden keihard, ze voerden meteen het standrecht in. 176 mannen zijn doodgeschoten zonder enige rechtspraak, sommige lichamen zijn nooit terug gevonden. De stakingen markeren een belangrijk omslagpunt in de oorlog. Het verzet kreeg een enorme boost, veel mensen gingen in het verzet, veel Joden kregen onderdak.
Het andere verhaal speelt zich in het heden af in een klein fictief dorp. Daar gebeurt iets dat aanvankelijk fantastisch lijkt voor de hele gemeenschap, maar dan keert het zich en wordt de situatie heel grimmig. De gemeenschap komt voor een keuze te staan. “Ik wilde een voorstelling maken over het thema: als het er écht op aankomt, wat doe je dan? Kies je voor jezelf of voor de gemeenschap? Dit is een thema dat altijd actueel is. Het is een heel moeilijke vraag. Je kunt voor de gemeenschap kiezen zolang het bijvoorbeeld niet om je eigen gezin gaat. Maar stel je voor dat je je kinderen kunt redden door je buren aan te geven, wat doe je dan? Ben je op zo'n moment dader en slachtoffer tegelijkertijd? Het systeem waarin wij leven heeft altijd invloed op de keuzes die een mens maakt.” De première van de voorstelling staat gepland op 29 april 2023, wederom op Vliegveld Twente.
Wies kiek'n en niks zeg'n
Johanna werd in 1961 geboren in Notter, een klein gehucht in de gemeente Wierden. Op zeventienjarige leeftijd verliet ze het ouderlijk huis om te gaan studeren. Johanna werd een internationaal bekende actrice en speelde in veel binnen- en buitenlandse theaterstukken en films. Maar altijd komt ze weer terug naar Twente. “Ik heb op heel veel plekken gewoond en ik kan overal goed vertoeven, maar als ik in Twente kom dan voelt het als mijn thuis. Het bekende, de geur, de mentaliteit, omdat ik het herken voelt het veilig. Het bekende en je thuis voelen geeft mij heel veel vrijheid, ook om hier dingen te maken. En heel vaak als ik in Twente ben, dan kom ik ergens even mijn vader en moeder ‘tegen’, die er allebei niet meer zijn. Daar word ik altijd heel blij van. Zo ging ik vorige week filmmateriaal ophalen bij Frans Roetgerink in Enter, die vertelde dat hij zich nog herinnerde dat mijn vader vroeger altijd zijn pakken bij hem kwam halen. ‘Wies kiek’n en niks zeg’n’, dat is voor mij typisch Twents. Wijs kijken en niks zeggen, dat heeft mooie maar ook negatieve kanten. Het betekent dat je stil bent, luistert en de ander de tijd geeft om te praten. Maar ook dat je misschien niet voor je mening durft uit te komen, bang bent voor conflict en dat je alles oppot.
Wies kiek'n en niks zeg'n, dat is voor mij Typisch Twents
Creëren en ideeën vorm geven
Wat mijn leven betekenisvol maakt? Blijven creëren en ideeën vorm geven, daar word ik blij van. Mijn werk is echt een deel van mijn identiteit. Ik hou zo van het werk dat ik doe. Dat is voor mij zingeving. Mensen iets geven. Als dat niet meer kan, dan stopt het voor mij. Daarom waren de afgelopen twee jaar ook zo moeilijk. Je kunt niet op anderhalve meter spelen voor een zaal met allemaal lege gaten. Het publiek is een personage, dat heb je nodig om iets tot leven te wekken. Wij als acteurs spelen in interactie met het publiek, tegen een leeg gat aan spelen voelt zo slecht en haalt alle grond onder je vak vandaan. Met het maken van Twente op film probeer ik op een andere manier toch creatief te zijn en te creëren. Maar ik vraag me wel af: hebben ze in de politiek wel door wat kunst en cultuur wezenlijk betekent? Daarom hebben we tijdens de eerste lockdownperiode Cultuur in Actie opgezet, om daar aandacht voor te vragen, én voor alle mensen die werkzaam zijn in de sector, dat zijn er 300.000. Mensen maken élke dag gebruik van cultuur, als ze een gedicht op een geboortekaartje zetten dan is dat cultuur, als op een begrafenis muziek wordt gedraaid dan is dat cultuur, als je door de stad loopt en je ziet daar allemaal beelden dan is dat cultuur. Stel je voor dat dat allemaal weg zou vallen.